|
Cactussen behoren tot de dicotylen (tweezaadlobbigen) dit is te zien
bij een ontkiemende zaailing aan de twee tegenover elkaar staande kiemblaadjes.
Pas opkomende zaailingen kunnen nog niet tegen uitdroging. Na een paar
weken kunnen ze de droogte al vrij goed weerstaan, maar dit is wel soortafhankelijk.
De jonge zaailing vormt eerst een sterke hoofdwortel die geleidelijk smaller
wordt en vertakt tot de haarworteltjes die het water en de voedingsstoffen
opnemen. Cereussen zullen meestel een diepe penwortel hebben t.o.v. bijvoorbeeld
Rebutia die eerder knolvormige wortels vormen. De opperhuid (epidermis)
van de cactus is er volledig op gericht om verdamping tegen te gaan. De
buitenste laag is er taai en afgedekt met een dikke waslaag. De bedoorning
kan zeer divers zijn en zal de plant beschermen tegen diervraat, sterke
zonnestralen, koude en verdamping. De doorns zijn in staat om vocht op
te nemen. De bloemen zijn zeer divers en kunnen van een paar millimeter
tot wel 40 cm groot zijn. De kleuren zijn eveneens zeer uiteenlopend,
zuiver blauwe tinten komen niet voor.
|
||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||